top of page

Over mijn werk met en in organisaties

Veranderen is dynamisch en onvoorspelbaar. Om organisaties hierin optimaal te begeleiden, werk ik vanuit een veelzijdige, gelaagde en veelvormige rol: curator-at-large[1]​

 

Zoals een curator die met veel zorg een tentoonstelling of collectie samenstelt, selecteer ik de ‘eenheden van verandering’ die het verschil maken. [2] [3] Dit kunnen gerichte interventies en experimenten zijn, maar ook subtiele perspectiefwisselingen of verrassende inzichten. Samen leggen ze de basis voor duurzame verandering. De toevoeging at-large verwijst naar mijn onafhankelijkheid en het interdisciplinaire karakter van mijn werk, maar ook naar mijn diepe betrokkenheid. [4]

​​

Mijn doelen Nieuwe perspectieven aanreiken, patronen doorbreken en grenzen verleggen. Maar bovenal: een context creëren waarin mensen zélf de wendbaarheid ontwikkelen om te floreren — juist in tijden van onzekerheid.

​

Deze doelen vragen om een aanpak die verder gaat dan standaard verandermanagement. Nieuwe perspectieven ontstaan waar verschillende disciplines elkaar ontmoeten, op de raakvlakken. Het doorbreken van patronen vraagt om zorgvuldige observatie van wat er werkelijk speelt. Wendbaarheid ontwikkelt zich in een context van open dialoog en ruimte voor wat zich aandient. Vanuit deze inzichten werk ik met vier pijlers die elkaar versterken en aanvullen.

De 4 pijlers onder cultuurverandering en transformatie

Interdisciplinair, emergent, dialoog en in residence; dat zijn de vier pijlers die mijn flexibele en onderzoekende werkwijze weerspiegelen. Een werkwijze die altijd is afgestemd op de unieke dynamiek van elke organisatie.

​

Interdisciplinair Mijn aanpak is een eclectisch samenspel van wat mensen vaak zien als aparte werelden, zoals sociale antropologie, ontwikkelingspsychologie, filosofie en kunst. Als curator breng ik de rijkdom en unieke perspectieven van deze werelden samen om verrassende nieuwe inzichten te bieden. Zo kan de taal van poëzie vastgeroeste denkpatronen doorbreken, terwijl inzichten uit de antropologie ons helpen begrijpen hoe ongeschreven regels het gedrag in organisaties sturen.

 

Emergent Organisaties zijn complexe sociale constructies en vooraf uitgekiende programma’s missen de spontane dynamiek die kenmerkend is voor die complexiteit. Ik laat daarom ruimte voor nieuwe inzichten, tussentijdse veranderingen en de effecten van het werk zelf. Elke interventie beïnvloedt immers het systeem, waardoor de context voortdurend verandert. Geen enkel programma of model kan hierop ooit volledig anticiperen.

 

Dit betekent niet dat ik nooit modellen gebruik. Integendeel. Ons brein maakt voortdurend mentale modellen die helpen de wereld om ons heen te doorgronden. De problemen ontstaan zodra we de abstractie van het model aanzien voor de werkelijkheid. [5] Ik gebruik modellen daarom niet als blauwdruk, maar als canvas voor dialoog en reflectie.

​

Dialoog Gesprekken zijn vaak het startpunt van betekenisvolle verandering en vernieuwing. Ze creëren een ruimte waarin we nieuwsgierig kunnen zijn naar elkaars inzichten en ervaringen en van en met elkaar kunnen leren. Toch maken we er, in onze drang naar actie en snelle oplossingen, zelden tijd voor vrij.

 

Hoewel het open karakter anders doet vermoeden, vraagt een gesprek een doordacht ontwerp en zorgvuldige begeleiding. En dit geldt voor alles wat ik doe, van workshops en interventies tot coachings- en groepsgesprekken. Ik schets deze eenheden van verandering binnen de contouren van het moment en creëer een kader voor dialoog en reflectie. De schets is met potlood, het kader poreus. Het biedt ruimte aan de meanderende aard van ons denkproces.

 

In residence Iedere cultuurverandering en transformatie begint met en vanuit de bestaande cultuur. En die kan je het best doorvoelen door jezelf onder te dompelen in de organisatie. Daarom werk ik in residence. Tijdens deze onderdompeling observeer en analyseer ik de mechanismen en structuren die de organisatiecultuur bepalen: het samenspel van waarden, overtuigingen, rituelen en ervaringen. Deze uiten zich, impliciet en expliciet, in hoe we met elkaar omgaan, onze taal, de gesprekken die we voeren en de verhalen die we over zichzelf vertellen. Maar ook in wat niet wordt gezegd, wat stilzwijgend wordt aangenomen of hooguit fluisterend gedeeld.

 

Om goed te begrijpen hoe mensen hun cultuur ervaren, maak ik gebruik van etnografische onderzoeksmethoden, zoals (participerende) observatie, groepsgesprekken en diepte-interviews. Pas wanneer het cultuurbeeld compleet is, kunnen we beoordelen of de ambities en beoogde veranderingen haalbaar zijn. Vaak willen organisaties te snel of te groots veranderen, terwijl duurzame verandering juist baat heeft bij vertraging en kleine, goed gerichte interventies die grote impact kunnen hebben.

De 3 principes die mij helpen navigeren

De vier pijlers geven structuur aan mijn werk, maar cultuur- en organisatieverandering laten zich niet plannen als een route in Google Maps. Het is eerder navigeren door een mist waarin de weg zich pas al doende ontvouwt. In die onvoorspelbaarheid bieden drie principes mij houvast: schoonheid, betekenis en menselijkheid. Het zijn mijn bakens in een voortdurend veranderend landschap.

 

Schoonheid Schoonheid gaat verder dan esthetiek. Het is aandacht voor detail en zorg voor wat we maken én hoe we dat doen. Maar het gaat ook over hoe we met elkaar omgaan. Schoonheid is een bewuste keuze voor kwaliteit, integriteit en een langetermijnperspectief — voor organisaties die verder kijken dan alleen vandaag.

​

Betekenis Veel organisaties richten zich op ‘meer’ — meer productie, meer groei. Maar dat ‘meer’ draagt zelden bij aan wat echt waardevol is. Betekenis gaat verder dan producten of diensten. Het gaat om hoe we samen werken, leren en groeien. Om werk waarin mensen zingeving vinden en hun kunnen benutten voor iets dat werkelijk van waarde is.

 

Menselijkheid In een wereld waarin snelheid en technologie de toon zetten, vergeten we soms wat ons écht mens maakt: onze creativiteit, ons vakmanschap en ons diepe verlangen om bij te dragen aan iets zinvols. Technologie is vaak de rede voor verandering, maar mijn benadering is altijd mensgericht. Want zonder menselijkheid verliezen organisaties niet alleen hun ziel, maar uiteindelijk ook hun bestaansrecht.

Verandering is geen eindpunt, maar een constante. “Alles stroomt,” zei de Griekse filosoof Heraclitus 2.500 jaar geleden. [6] Ben je klaar om in de stroom van verandering te stappen? Ik nodig je graag uit voor een ongehaast gesprek.

[1] Veelzijdig, gelaagd en veelvormig is mijn vertaling van Varius Multiplex Multiformis, de titel van een hoofdstuk uit Herinneringen van Hadrianus (Athenaeum, 2024), Marguerite Yourcenars roman over het leven en de dood van de Romeinse keizer Hadrianus (76–138 n.Chr.). Het verwijst tevens naar mijn portfolioloopbaan.

[2] Latijn: curare (werkwoord), zorgen voor.

[3] “Gesprekken zijn de kleinste eenheden van veranderingen” is een anonieme uitspraak die ik vaak aanhaal. Gesprekken vormen de kern van mijn werk met senior executives en leiderschapsteams en geen enkele transformatie of cultuurverandering slaagt zonder onderzoekende gesprekken. Soms nemen ze andere vormen aan, zoals workshops of een programma. Verder put ik uit een rijke bibliotheek of depot, om de beeldspraak van de museumcurator door te trekken, met theorieën, modellen en praktische werkwijzen uit uiteenlopende disciplines, waaronder culturele- en bedrijfsantropologie, ontwikkelingspsychologie, cognitie- en complexiteitswetenschap, leiderschaps- en organisatieontwikkeling. Ik ben niet gebonden aan één discipline of specifiek model, zoals consultancybureaus die meer dan eens claimen hét ultieme model, framework of stappenplan in huis te hebben en waarin ze vervolgens iedere organisatie proberen te persen, ongeacht haar specifieke context. Ik gebruik ook poëzie, kunst en filosofie, omdat die, wanneer ingezet als eenheden van verandering, ons (wereld)beeld verrijken en zelfs kunnen laten kantelen.

[4] Ter illustratie: Het Stedelijk Museum Amsterdam stelt Yvette Mutumba en Adam Szymczyk aan als curators-at-large (Stedelijk Museum Amsterdam, 7 juni 2000).

[5] In The Map Is Not the Territory laat Shane Parrish zien waartoe dit denken kan leiden.

[6] Grieks: πάντα á¿¥εá¿– (panta rhei), alles stroomt

bottom of page