Over Mark
[Foto] Mark te midden van Constant’s Nieuw Babylon in het Kunstmuseum Den Haag.
Als systeemdenker en sensemaker bekijk ik de wereld vanuit verschillende invalshoeken en vraag ik me voortdurend af waarom iets zus is en eigenlijk niet zo? [1] Het is daarom ook niet verwonderlijk dat kijken, bevragen en doorgronden — mensen laten pauzeren en nadenken over wat ze zien en ervaren, over wie ze zijn, kunnen zijn — de kern van mijn werk is. [2]
Mijn loopbaan, die begon na mijn studie staats- en bestuursrecht en rechtsfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, laat zich het best omschrijven als veelzijdig, gelaagd en veelvormig. [3] Van marketing en uitgeven naar executive leiderschap, strategie- en innovatie-consultancy, organisatieverandering en leiderschapsontwikkeling en een aantal dingen die de grenzen van deze keurig afgebakende categorieën overstijgen. Eerlijk gezegd heb ik me altijd het meest thuis gevoeld op de randen en in de ‘in-between-ness’, in de tussenruimtes. [4] Maar waar ik ook sta en wat ik ook doe, de rode draad is mijn meanderende nieuwsgierigheid en onderzoekende, filosofische twijfel, veelal uitgedrukt in die ene vraag: waarom is het zus en niet zo of nog weer anders? Een vraag die keer op keer het startpunt was van betekenisvolle verandering en vernieuwing voor de organisaties, leiderschapsteams, senior executives en andere professionals met wie ik het voorrecht heb, en had, te werken.
“Mijn tegenzin om mezelf te beperken tot slechts één dimensie van wie ik ben, komt ook tot uitdrukking in mijn brede, meanderende nieuwsgierigheid. Die nieuwsgierigheid loopt van ontwikkelingspsychologie, sociale antropologie, cognitie- en complexiteitswetenschap vloeiend over in (klassieke) filosofie, kunst, architectuur, literatuur en poëzie. En al die werelden en hun onderlinge verbanden beïnvloeden mijn denken en komen samen in mijn werk.”
[1] “Sensemaking is practical wisdom grounded in the humanities. We can think of sense making as the exact opposite of algorithmic thinking: it is entirely situated in the concrete, while algorithmic thinking exists in a no-man’s land of information stripped of its specificity. Algorithmic thinking can go wide, processing trillions of terabytes of data per second, but only sense making can go deep.” — Christian Madsbjerg, Sensemaking: The Power of the Humanities in the Age of the Algorithm (Hachette Books, 2017)
[2] In Do Design: Why beauty is key to everything (The Do Book Co., 2016) deelt Alan Moore een ‘philosophy of ’ing’. In het Engels is de present continuous bij uitstek geschikt om de dynamiek van wat we doen, aan het doen zijn, te benadrukken. Niet play maar playing, exploring in plaats van explore. In navolging van Moore heb ik mijn eigen philosophy of ’ing samengesteld. Die geeft een goed beeld van mijn manier van denken en doen.
[3] Veelzijdig, gelaagd en veelvormig is mijn vertaling van Varius Multiplex Multiformis, de titel van een hoofdstuk uit Herinneringen van Hadrianus (Athenaeum, 2024), Marguerite Yourcenars roman over het leven en de dood van de Romeinse keizer Hadrianus (76–138 n.Chr.).
[4] “Out on the edge you see all kinds of things you can’t see from the center. […] Big, undreamed-of things—the people on the edge see them first”, schreef Kurt Vonnegut in Player Piano (The Dial Press, 1952). En David Brooks in At the Edge of Inside (The New York Times, 24 juni 2016): “The person on the edge of inside is involved in constant change. The true insiders are so deep inside they often get confused by trivia and locked into the status quo. The outsider is throwing bombs and dreaming of far-off transformational revolution. But the person at the doorway is seeing constant comings and goings. [She] is involved in a process of perpetual transformation, not a belonging system. She is more interested in being a searcher than a settler.”